De overstap naar een toekomstbestendige voedselproductie
Werk maken van kringlooplandbouw
De Nederlandse landbouw is efficiënt en innovatief. Deze grootschalige voedselproductie heeft echter gevolgen voor de biodiversiteit, het klimaat en de kwaliteit van water, bodem en lucht. Kringlooplandbouw is een manier om de landbouw toekomstbestendig te maken. Veel agrariërs maken al stappen in die richting. In deze online gids lees je meer over (financiële) kansen, relevant onderzoek en ervaringen van boeren.
De Nederlandse landbouw heeft sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog in het teken gestaan van voedselzekerheid, schaalvergroting en efficiëntie. Die aanpak zorgde ervoor dat Nederland toonaangevend werd in de wereld als het gaat om efficiëntie en innovatie.
Die leidende rol kan Nederland opnieuw pakken bij de omschakeling naar een toekomstbestendige landbouw. Een landbouw die minder is gericht op productiemaximalisatie, maar waarbij de productie onderdeel is van een groter geheel, een ecologisch systeem, waar zo min mogelijk inputs in gaan, waar reststromen het systeem niet verlaten en waar biodiversiteit wordt ingezet voor voedselproductie. Zo’n systeem is kringlooplandbouw.
Kringlooplandbouw is gericht op het minimaliseren van grondstofgebruik door het hergebruik van producten en het zo zuinig en efficiënt mogelijk omgaan met ruimte en grondstoffen. De kringlopen zijn gericht op het behoud van het natuurlijk en sociaal kapitaal. Natuurlijk kapitaal houdt in: klimaat, biodiversiteit, kwaliteit van water, bodem en lucht, maar ook een gezonde bevolking. Sociaal kapitaal gaat over de vaardigheden en kennis, maar ook op de vertrouwensbasis tussen spelers in de sector en de samenleving.
Volgens het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is het onontkoombaar dat op den duur wordt overgegaan op kringlooplandbouw. In 2018 schreef het ministerie op basis van vele gesprekken en discussies met mensen uit de samenleving, boeren, wetenschappers en collega’s van andere ministeries een visie op kringlooplandbouw. Deze visie is verder uitgewerkt in het in 2019 verschenen realisatieplan Visie LNV, Op weg met een nieuw perspectief.
Druk op leefomgeving
Hoewel het naoorlogse landbouwbeleid van productiemaximalisatie en kostenverlaging veel heeft bijgedragen aan de Nederlandse welvaart, heeft het ook een keerzijde. Veel agrarisch ondernemers hebben te maken met kleine of negatieve marges, wat hun economische positie kwetsbaar maakt. Consumenten zijn gewend geraakt aan lage prijzen en weten de herkomst en de werkelijke waarde van de groente op hun bord of de melk in de koelkast niet meer.
Schaalvergroting heeft ook geleid tot druk op de leefomgeving. Koeien produceren met hun boeren het broeikasgas methaan en bij het gebruik van (kunst)mest op het land ontstaat lachgas, een ander broeikasgas. De uitstoot van broeikasgassen leidt tot klimaatverandering. De landbouw kan dus een belangrijke bijdrage leveren aan de vermindering van het broeikaseffect.
Daarnaast zorgt het neerslaan van ammoniakgas uit drijfmest voor een verzuring van de bodem en een overmaat aan voedingsstoffen in natuurgebieden. Zonder maatregelen zullen enkele plantensoorten heel sterk groeien ten koste van veel andere soorten, die zullen uitsterven. Residuen van gewasbeschermingsmiddelen vervuilen het oppervlaktewater. Ook nitraat en fosfaat kunnen uitspoelen naar het oppervlakte- en grondwater. Een direct gevolg is dat de biodiversiteit afneemt en de kwaliteit van het landschap en de natuur achteruitgaan.
Strokenteelt. Foto: ERF BV
Voedselzekerheid garanderen
Tegelijkertijd zal de wereldbevolking steeds verder toenemen, van 7,7 miljard mensen nu naar bijna 10 miljard in 2050 (volgens cijfers van de Verenigde Naties). Om de voedselzekerheid voor deze mensen te garanderen zonder de bodem en grondstoffen uit te putten, de boer voldoende economisch perspectief te bieden, het platteland vitaal te houden én de temperatuur van de aarde niet verder te verhogen, moeten we nadenken over een meer toekomstbestendige landbouw.
Kringlooplandbouw: zuinig en efficiënt
Kringlooplandbouw draait om het slim verknopen van de plantaardige en de dierlijke productie tot een integraal landbouwsysteem, zegt kringlooplandbouwexpert Martin Scholten van Wageningen University & Research en een van de adviseurs van het ministerie van LNV. Volgens Scholten kunnen landbouwhuisdieren op een efficiënte manier reststromen omzetten naar hoogwaardige eiwitrijke voedingsmiddelen: melk, eieren, vlees. En kan mest efficiënter gebruikt worden als bron van waardevol organisch materiaal, waarmee de bodem opnieuw wordt ‘opgeladen’.
Met een landbouw waar productiemaximalisatie niet centraal staat, is er aandacht voor meer verschillende gewassen, minder gebruik van fossiele meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en wordt de uitstoot van broeikasgassen en ammoniak zo klein mogelijk gehouden.
Volgens Anne van Doorn, ecoloog en verbonden aan Wageningen University & Research, is kringlooplandbouw niet alleen een middel om de uitstoot van broeikasgassen te beteugelen, maar ook om de biodiversiteit te borgen en te vergroten.
Kringlooplandbouw - De wetenschap en de boerderij
Kringlooplandbouw is een vorm van landbouw die minder gericht is op productiemaximalisatie, maar waarbij de productie onderdeel is van een ecologisch systeem, waar zo min mogelijk inputs in gaan, waar reststromen het systeem niet verlaten en waar biodiversiteit wordt ingezet voor voedselproductie. Dat vraagt om een grote omschakeling voor boeren, maar ook voor de samenleving, die bereid moet zijn om meer te betalen voor haar landbouwvoedsel. De boeren en wetenschappers in deze video verkennen samen de mogelijkheden, kansen en stappen die we kunnen nemen richting een meer toekomstbestendige landbouw.
Reststromen
Lees wat deskundigen zeggen over hoe hergebruik van reststromen niet stopt bij de landsgrenzen
Biodiversiteit
Lees hier waarom biodiversiteit en landbouw onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn
Robuust teeltsysteem
Lees hier over de kracht van natuurlijke plaagbestrijding bij een robuust teeltsysteem
Ecologisch systeem
Deze omschakeling van gangbare landbouw naar kringlooplandbouw betekent dat er een systeemverandering plaatsvindt. Om dit tot een succes te maken heeft stikstofexpert Jan Willem Erisman, hoogleraar Milieu en duurzaamheid aan de Universiteit Leiden, voor de melkveehouderij zogenaamde KPI’s ontwikkeld. KPI staat voor Kritische Prestatie Indicatoren. Het zijn zeven indicatoren die allemaal met de bedrijfsvoering te maken hebben. Hoe hoger je scoort, hoe beter je de doelen van de kringlooplandbouw benadert. Op dit moment wordt er ook gewerkt aan de ontwikkeling van KPI’s voor de akkerbouw.
‘Behaal je voor alle KPI’s de streefwaarden, dan heb je een gezond bedrijf in de leefomgeving’
Mondiaal probleem
De uitstoot van broeikasgassen en de gevolgen die dat heeft voor het klimaat is een mondiaal probleem. Kringlooplandbouw kan een belangrijke rol spelen om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen en ammoniak te beteugelen. Nederland exporteert ongeveer 75 procent van het totaal aan agrarische producten naar het buitenland. Tegelijkertijd komen producten zoals krachtvoer ten behoeve van de melkveehouderij van overzee. Met de import van krachtvoer importeer je ook indirect broeikasgassen en ammoniak, die ontstaan bij de vertering en de grotere hoeveelheid mest.
Bij de overgang van een gangbare landbouwpraktijk naar kringlooplandbouw hoort een vermindering van input van krachtvoer met als gevolg dat er minder broeikasgassen en ammoniak uit de keten ontsnappen.
Kringlooplandbouw is een middel om de biodiversiteit te borgen en te vergroten. Foto: Shutterstock
Verdienvermogen
Het verhaal over kringlooplandbouw is belangrijk, maar uiteindelijk runt een boer een onderneming; er moet geld verdiend worden. Uit onderzoek van Wageningen Economic Research blijkt dat de boer kosten maakt als hij effectieve maatregelen neemt om bijvoorbeeld de biodiversiteit op zijn bedrijf te verbeteren. Voor melkveehouders gaat het 2 tot 3 cent per kilo melk kosten. Voor akkerbouwers liggen deze meerkosten tussen 185 en 324 euro per hectare.
Tegelijkertijd maakt een overstap naar kringlooplandbouw ook besparingen mogelijk. Uit de ervaring van boeren die al bezig zijn met kringlooplandbouw blijkt dat met kleine stappen al bespaard kan worden op kosten. Bijvoorbeeld door minder krachtvoer te importeren en meer ruwvoer van eigen land of uit de directe omgeving te halen. Akkerbouwers kunnen mest afnemen van melkveehouders en melkveehouders kunnen een tussengewas op akkerland telen en dat oogsten als aanvulling op het rantsoen. Bovendien ben je als boer dankzij robuuste teeltsystemen minder geld kwijt aan gewasbeschermingsmiddelen en geneesmiddelen, omdat gewassen en vee beter bestand zijn tegen ziekten en plagen.
Bij kringlooplandbouw moet de boer daarnaast op zoek naar nieuwe verdienmodellen: er wordt niet alleen meer geld verdiend met agrarische productie, maar ook door eigenschappen van de natuur te benutten in de bedrijfsvoering en daarmee bedrijfskosten uit te sparen. Doordat elk bedrijf verschillend is, is het verdienmodel voor elk bedrijf uniek.
Agrarisch ondernemers kunnen bijvoorbeeld een vergroeningsbetaling krijgen uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), bijvoorbeeld voor gewasdiversificatie, blijvend grasland of een gedeelte van de grond in te zetten als ecologisch aandachtsgebied (EA). Daarnaast zijn er boeren die afspraken maken met waterschappen en natuurorganisaties over natuurbeheer. Zij krijgen dan een vergoeding voor het verhogen van het waterpeil of voor beheer van natuurgebieden.
Profiteren in het buitenland
Agrarische producten zoals bijvoorbeeld melk en pootaardappelen hebben in het buitenland een zeer goede naam. Volgens Alex Datema, melkveehouder in Groningen en voorzitter van BoerenNatuur, kan Nederland die naam behouden door een volgende stap te zetten. “Je kunt je onderscheiden op de markt door naast de kwaliteit van het product ook aan te tonen dat je klimaatneutraal produceert, met behoud van landschappelijke kwaliteit en dat de biodiversiteit op orde is. Het worden verkoopargumenten om onze producten in de buitenlandse markt te houden.”
Naast agrarische producten is ook de export van wetenschappelijke kennis van instituten en ervaringen uit het bedrijfsleven belangrijk om te komen tot een wereldwijde toepassing van kringlooplandbouw.
In Nederland wordt volop onderzoek gedaan naar de effecten van nieuwe teeltmethoden als strokenteelt en pixelcropping, bodembiodiversiteit en de effecten op gewasgroei en de mogelijkheden van natuurlijke gewasbescherming. Ook robotisering en precisielandbouw zijn belangrijke onderwerpen waar universiteiten en andere kennisinstellingen, maar ook het Nederlandse bedrijfsleven onderzoek naar doen en producten voor ontwikkelen. Kennis en ervaring die gedeeld kunnen worden met de wereld.
Reststromen hoeven het systeem niet te verlaten, maar kunnen omgezet worden naar voedingsmiddelen. Foto: Wageningen Livestock Research
Tijdspad
In september 2018 heeft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit haar visie over een toekomstbestendige agrarische sector ontvouwd. Zij kiest 2030 voor de omslag van gangbare landbouwpraktijk naar kringlooplandbouw.
Op dit moment zijn er zo’n 9.400 boeren die zich verenigd hebben in tal van coöperaties door het hele land die werken aan kringlooplandbouw en biodiversiteit. Maar de praktische kennis over kringlooplandbouw moet nog bij de meeste boeren op het erf terechtkomen. Dat is een flinke uitdaging volgens Alex Datema van BoerenNatuur. “Er moet een onafhankelijke informatievoorziening komen. Dus mensen die met een integrale kennis naar een bedrijf kijken. Want als je minder krachtvoer en minder kunstmest wilt gebruiken en meer biodiversiteit wilt ontwikkelen, dan gaat dat over alle aspecten van je bedrijf.”
André Arfman, voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), denkt daarom dat 2050 realistischer is dan 2030. “Dat is over 30 jaar. De afgelopen 30 jaar is er veel bereikt. Vanaf 1990 hebben we 70 procent stikstofreductie gerealiseerd door andere voeders en andere bemesting toe te passen. Ook antibioticagebruik is met 90 procent teruggelopen. Dus in 30 jaar kan heel veel.”
Tegenstrijdige doelen
Daarbij is het wel belangrijk dat de overheid met eenduidig beleid komt, aldus Arfman. “De overheid stelt bepaalde doelen, maar die kunnen elkaar tegenwerken. Neem bijvoorbeeld biodiversiteit en klimaat. Voor de biodiversiteit is het beter om later te gaan maaien. Dat betekent dat het gras wat houteriger wordt. Als de koe dat eet, krijg je meer methaanuitstoot. Je kunt de methaanuitstoot van koeien wel verminderen door meer maïs te voeren, maar als je Nederland vol zet met maïsvelden is dat niet goed voor de biodiversiteit.”
Als boer zit je constant in een spanningsveld waarbij je voor één keuze met vijf factoren rekening moet houden, zegt Arfman. “Misschien moet de overheid meer onderscheid maken in type bedrijven. Dus aan de ene kant focussen op boeren die drie stappen meer zetten voor het klimaat en hun uitstoot beperken door hun koeien goed te voeren, en andere boeren die meer focussen op biodiversiteit en een stap minder zetten voor het klimaat. En dat je uiteindelijk in totaal toch twee stappen vooruitzet.”
Beginnen
Veel boeren zijn al volop in beweging richting een meer duurzame en toekomstbestendige landbouw en willen tegemoetkomen aan wat de samenleving, de natuur, de bodem, het water en het ecosysteem van hen vragen. Dit platform biedt handvatten, wetenschappelijke inzichten en inspiratie voor boeren die overwegen stappen te zetten richting kringlooplandbouw. Met verhalen en ervaringen van collega’s die al zijn begonnen met kringlooplandbouw, maar ook met bevindingen en onderzoeksresultaten van een breed palet aan wetenschappers en experts.
Op het platform komen verschillende aspecten van kringlooplandbouw aan de orde. Denk aan de rol van bodem, biodiversiteit, robuuste teeltsystemen en mest. Maar ook: hoe maak je als boer kringlooplandbouw financieel rendabel en hoe kan kringlooplandbouw bijdragen aan een versterking van de band tussen boer en burger? En waar moet je bijvoorbeeld beginnen als je van een gangbaar bedrijf wilt omschakelen naar een kringloopbedrijf?
Voor kringlooplandbouw is een gezonde bodem van levensbelang. Een manier om de vruchtbare bovenste laag grond te behouden, is minder diep ploegen of stoppen met ploegen. Dat is echter voor veel boeren een grote stap. Hetzelfde geldt voor het onderbrengen van meer land onder je bedrijf. Akkerbouwer Peter Harry Mulder uit Muntendam (Groningen) en Geert Stevens uit Holten (Overijssel) namen eerste stappen om dichterbij een kringlooplandbouw te komen.
‘Er is hier in de omgeving geen boer meer die nog ploegt’