Mest
De laatste jaren is de visie op mest veranderd. Het wordt niet langer als reststroom gezien, maar als een waardevol product. Door mest beter te benutten speelt het een belangrijke rol bij de kringloop van fosfaat, stikstof en mineralen. Daardoor wordt de bodem weerbaarder en gezonder. Een betere toepassing en verwerking van mest zal bijdragen aan minder emissies en uitspoeling, en lagere kosten.
Foto: Paul Galama
Wereldwijd produceert de veehouderij een grote hoeveelheid mest. Mest is rijk aan mineralen, zoals fosfaat, stikstof en kalium, maar ook eiwitten, vetzuren en andere organische stoffen. Mest kan gebruikt worden voor bemesting van akker- en grasland, maar ook als energiebron.
Als mest niet goed verwerkt wordt kan het voor problemen zorgen. Denk aan uitspoeling van fosfaat en nitraat, emissie van ammoniak en verzuring van de bodem. De uitstoot van broeikasgassen uit mest, zoals methaan en lachgas, leidt tot klimaatverandering. De afgelopen jaren is binnen de agrarische sector hard gewerkt om de impact van de veehouderij op klimaat en het milieu te minimaliseren en emissies te verminderen. Zo zijn er boeren die emissiearme stallen hebben gebouwd en hebben onderzoekers andere manieren ontwikkeld om mest toe te dienen op het land. Met precisiebemesting kun je bijvoorbeeld de mest efficiënter toedienen aan de gewassen.
Om schade aan het milieu te voorkomen heeft Europa strikte regels opgesteld. Zo heeft Nederland te maken met de Europese Nitraatrichtlijn, die bepaalt dat wij niet meer dan 172,9 miljoen kilo fosfaat afkomstig uit dierlijke mest mogen produceren. Een andere maatregel is de melkveewet, die bepaalt dat bedrijven die willen uitbreiden een deel van hun mest moeten kunnen plaatsen op eigen grond. Ondertussen werkt het ministerie van LNV aan een nieuw mestbeleid, waarbij grondgebondenheid en het professionaliseren van mest verwerken een belangrijke rol gaan spelen.
Mest als grondstof
Kringlooplandbouw draait om het zuinig gebruiken van grondstoffen, met zo min mogelijk inputs van buiten, zoals kunstmest. Om verspilling van nutriënten te voorkomen is het voor het bemesten nodig dat de grond een goede pH en ontwatering heeft. Ook moet je als boer goede kennis van zaken hebben en weten hoe je op een efficiënte manier bemest. Bij een mestoverschot zal mest op een andere manier bewerkt moeten worden zodat er waardevolle organische en anorganische voedingsstoffen ontstaan die op de markt afgezet kunnen worden.
Daarbij is het belangrijk dat akkerbouwers en veehouders met elkaar samenwerken om de nutriëntenkringloop te sluiten. Dit kan soms lokaal, maar ook internationaal zijn er mogelijkheden. Lees hierover meer in het hoofdstuk Robuuste teeltsystemen en het hoofdstuk Gebiedssamenwerking.
Humane mest
Wat meestal buiten discussie blijft is de productie van humane mest: vooral als we de fosfaatkringloop op wereldschaal beter willen sluiten zal die vroeg of laat weer in beeld moeten komen. Aan het gebruik van humane mest zitten nu nog veel haken en ogen. Het grootste probleem is dat de menselijke mest sterk verdund is met water, waardoor je bijvoorbeeld een probleem hebt met het verwijderen van medicijnresten of andere ongewenste zaken in menselijke mest. De innovatie-opgave voor de toekomst is de ontwikkeling van gescheiden afvoersystemen; dat is niet makkelijk én kostbaar. Onderzoeker Bram Bos van Wageningen University & Research experimenteert hier al mee.
‘Humane mest kun je niet rechtstreeks gebruiken: je moet het materiaal eerst bewerken’
Mest voor akkerbouwers
Wil je voorbereid zijn op de toekomst, dan is het belangrijk je te oriënteren op een zorgvuldiger gebruik van (kunst)mest en alternatieven voor mest. Daarbij valt globaal te denken aan bijvoorbeeld het gebruik van groenbemesters en het gebruik van reststromen. Elk van deze alternatieven heeft voor- en nadelen.
Wil je als akkerbouwer meer informatie over het gebruik van mest en mogelijke alternatieven?
Mest voor veehouders
Mest is een waardevol onderdeel van de kringloop. Maar omdat we meer produceren dan dat we kwijt kunnen en omdat er strenge regels zijn rond stikstof en fosfaat, zitten veehouders vaak met de mest in hun maag. Tegelijk betekent het sluiten van de nutriëntenkringloop dat dierlijke mest (weer) een grotere rol moet gaan spelen in de landbouw.
Door gescheiden opvang van vaste en vloeibare mest kunnen veehouders een belangrijke stap zetten om de stikstof en fosfaat in de kringloop te behouden. Daarnaast zijn er steeds meer technologische mogelijkheden om mest te verwerken zodat het voldoet aan de kwaliteitseisen van de akkerbouwer. Samenwerking tussen akkerbouwer en veehouder is hierbij van belang.
Tot slot zijn er mogelijkheden mest op te waarderen tot voeding (reststroom) voor insecten die als voedsel kunnen dienen, bijvoorbeeld voor viskwekerijen. Natuurlijk is er de mogelijkheid om mest te vergisten en biogas te produceren, maar dit is echter geen hoogwaardige vorm van hergebruik. Gebruik op het land of als voeding heeft binnen het kringloopdenken de voorkeur.
Ben je (melk)veehouder en wil je meer weten over wat je met je mest kunt doen?